Pit Taal in het kort
> Per twee lessen staat er één leerlijn centraal > Doorlopend aandacht voor woordenschat > Strategisch leren volgens het Pit-principe > Pitstop-lessen voor evalueren, herhalen en toepassen
Opbouw en structuur
Het jaarprogramma van Pit bestaat uit zes blokken van vijf weken, plus drie herhalingsweken. In elk blok (4 lesweken) behandel je twee hoofdstukken. Per twee lessen staat één leerlijn centraal. Elke vijfde les is een Pitstop-les of projectles.
Hoe zorg je voor eigenaarschap bij leerlingen en houd je zicht op hun ontwikkeling? Met de Pitstop-les! Iedere vrijdag (les 5 en les 10) herhalen de kinderen wat ze hebben geleerd. Met deze formatieve evaluatie zien jij en je leerlingen precies welke doelen zij beheersen en wat ze nog moeten oefenen. De vordering houden ze bij op de doelenkaart en in hun groeischrift.
Differentiatie
Pit werkt toe naar duurzame, functionele taalvaardigheid voor alle leerlingen! Daarom werk je met de gehele groep eerst aan een stevig fundament. De weg naar dit niveau kan natuurlijk per leerling verschillen, daarom kun je op drie manieren differentiëren:
In aanpak: door pre-teaching, verlengde of verkorte instructie, begeleid inoefenen of zelfstandig aan de slag, extra modeling en coöperatieve werkvormen.
In tijd: door compacten, Cheetah-opgaves voor snelle leerlingen of meer gesloten opdrachten voor Maat.
In aanbod: met het leerwerkschrift Maat voor meer ondersteuning, Pluswerk en Spitswerk voor taalsterke leerlingen en de passende perspectieven voor leerlingen die een aangepaste route nodig hebben.
Het instructiemodel
Pit Taal & Spelling gaat uit van het direct instructiemodel en varianten daarop. Dit model gaat uit van vier fasen: introductie, instructie, verwerking en reflectie.
Uitbreiding woordenschat
In Pit is woordenschatuitbreiding de spil met drie aspecten: woorden leren, woorden leren te leren en over woorden leren. Hierdoor kunnen leerlingen zelfstandig hun woordenschat uitbreiden, in de thematische Pit-projecten maar ook daarbuiten. Elk jaar krijgen leerlingen ca. 600 nieuwe (schooltaal)woorden aangeboden in drie categorieën:
Kijkwoorden: concrete woorden die zichtbaar worden gemaakt met een plaatje.
Leeswoorden: abstracte woorden die leerlingen aangeboden krijgen in een zin. Dankzij de context van de zin kunnen ze de betekenis ervan achterhalen.
Weetwoorden: woorden in de context die bekend zouden moeten zijn of waarvan de betekenis met behulp van woordleerstrategieën achterhaald kan worden.
De vijf leerlijnen van Pit
De leerlijnen hebben elk een eigen kleur in de methode en worden in een vast ritme aangeboden. Zo weten leerlingen altijd precies wat ze aan het leren zijn. De leerlijnen hebben elk een eigen kleur in de methode en worden in een vast ritme aangeboden. Zo weten leerlingen altijd precies wat ze aan het leren zijn.
Download de Pit brochure
Heb jij interesse in dé taal- en spellingmethode voor het basisonderwijs? Download dan nu de brochure van Pit. In de brochure lees je onder andere over de opbouw van de methode, het Pit-principe, differentiatie, de verschillende manieren van werken met Pit én nog veel meer!