Ervaring uit de klas: “Alles telt Q helpt ons om beter les te geven"

“Alles telt Q geeft leerlingen grip op hun eigen leerproces”, vertelt Kim, die lesgeeft aan groep 3. “Dat doet de methode bijvoorbeeld door heldere leerdoelen te stellen per hoofdstuk. En door ze via ‘klimkaarten’ te laten bijhouden waar ze staan, wat hun voortgang is en of er extra oefening nodig is. Het ‘eigenaarschap’ dat leerlingen zo ontwikkelen, vinden we op onze school heel belangrijk. Alles telt Q past bij onze visie.”

Kim is ook blij met de structuur van de methode. “Het lesmateriaal is hartstikke duidelijk opgebouwd, met elke week twee leerdoelen.” In totaal zijn er drie niveaus: ‘Basis’, het hogere ‘Plus’ en het lagere ‘Maat’. En voor al die niveaus gelden dezelfde leerdoelen. “Voor ons leerkrachten is dit superfijn. Want nu hoeven we per leerdoel maar één instructie te geven aan alle leerlingen. Zij verwerken die instructie vervolgens via oefeningen op hun eigen rekenniveau. Maar ze hebben wel allemaal het gevoel dat ze met hetzelfde bezig zijn. ” 

“Een ander voordeel van deze methode is dat je er op papier mee aan de slag kunt, maar ook digitaal – of een beetje van beide”. Kims school kiest tot nog toe voor papier. “Maar we willen in de nabije toekomst wel meer digitaal gaan doen. Zo heb ik een heel rekenvaardige leerlinge die in de digitale omgeving extra sommen van groep 4 zou kunnen doen. En we hebben een jongetje op school dat door zijn fysieke gesteldheid niet goed met de hand kan schrijven. Toetsen indrukken kan hij wél prima.”

Waarom papier de voorkeur heeft? “Het is wat duurder om ook licenties aan te vragen en we hebben maar een beperkt budget. Maar de belangrijkste reden is dat leerlingen volgens ons op papier net iets beter zien wat ze doen tijdens het rekenen. Welke stappen ze zetten richting de oplossing. En dat ze daardoor zorgvuldiger te werk gaan. Als leerkrachten kunnen wij dan ook beter volgen hoe ze tot hun antwoord zijn gekomen – en als dit antwoord fout is, bij welke stap het misging.”

“We zijn nu anderhalf jaar bezig met Alles telt Q”, vertelt Kim. De leerkrachten kunnen inmiddels goed inschatten welke onderdelen nodig zijn en welke ze kunnen overslaan. “Zo houden we vast aan alle leerdoelen, maar niet aan elke oefening.” Het duurde even voordat iedereen de methode onder de knie had. “Maar groep 1 tot en met 8 werken er nu goed mee. En we zien dat het materiaal echt leidt tot groei. Bij leerlingen én bij leerkrachten. Alles telt Q zorgt niet alleen dat kinderen beter gaan rekenen. Wij geven er ook beter rekenles door!”