Home
Kennis en inspiratie
Mbo

Auteur Hanneke: "Klinisch redeneren moet meer aandacht krijgen"

Auteur Hanneke: "Klinisch redeneren moet meer aandacht krijgen"

Klinisch redeneren wordt steeds belangrijker in de zorg

Klinisch redeneren wordt steeds belangrijker in de zorg. Elke professional moet het kunnen, ook op mbo-niveau. Maar wat is het precies? En hoe oefen je het? Voor ThiemeMeulenhoff schrijft Hanneke van Sommeren daar een lesboek over. ‘Ik mag de nieuwe generatie zorgmedewerkers de kennis meegeven die ik de afgelopen 15 jaar verzameld heb. Dat is zó leuk.’

Ooit was Hanneke, nu 34 jaar, zelf mbo-studente Verpleegkunde. ‘Ik zat op het Drenthe College, in de eerste niveau-4-lichting. Een heel klein klasje.’ Met haar diploma kwam ze meteen in een eindverantwoordelijke functie terecht. ‘Daar voelde ik me toch wat te jong voor. Dus besloot ik al snel om verder te studeren: Toegepaste Psychologie op het hbo. Ondertussen bleef ik wel in de zorg werken – in het UMCG en in de thuiszorg. Hier leerde ik hoe belangrijk goede gesprekstechnieken zijn, met zorgvragers én collega’s. Voor goede zorg is het essentieel dat er tussen betrokkenen geen ruis en misverstanden zijn.’

Inspirerende collega

Hanneke kreeg na haar hbo-studie banen in de Verslavingszorg en de crisisdiensten van de GGZ Groningen en Drenthe. ‘Mooi, maar ook heel intensief, zeker psychisch. Ik miste de gezondheidszorg.’ Dus keerde ze daarnaar terug. Eerst als Avond-, nacht-, weekend (ANW)-hoofd van een verpleeghuis, daarna als ANW-coördinator van acht verpleeghuizen en een ziekenhuisafdeling. ‘Eén van mijn collega’s bleek naast haar werk ook auteur te zijn voor ThiemeMeulenhoff. Sterker nog: ze had lesboeken geschreven die ik zelf ooit gebruikt had als studente!’ De ontmoeting inspireerde Hanneke. Zou zij haar eigen kennis en ervaring ook niet ooit zo kunnen delen?

De collega vroeg of ze haar mocht introduceren bij ThiemeMeulenhoff – en deed dat in 2016. ‘Superspannend. Het leek me heel leuk, maar ik had nog nooit lesmateriaal geschreven.’ Haar eerste opdracht bij Thieme: het updaten van een aantal teksten. ‘Onder meer voor Verpleegplan en VVT binnen de mbo-methode Traject V&V. Ik schreef die teksten bijvoorbeeld meer naar de nieuwe CanMEDS-rollen toe. Ik keek of verwijzingen naar onderzoeken nog actueel waren. En ik checkte of de informatie en het vocabulaire aansloten bij hbo-methodes. Mbo- en hbo’ers werken later immers samen. Dan moeten ze wel uitgaan van dezelfde basiskennis en begrippen.’

Belangrijk onderwerp

‘Nu mag ik nog meer schrijven. Ik heb net bijvoorbeeld de module Klinisch Redeneren toegevoegd aan de titels Verpleegplan en Zorgplan. En nu ben ik een aparte titel aan het maken over dit onderwerp. Mijn eerste boek!’ Ze vindt het geweldig dat ze toekomstige zorgmedewerkers ook op dat vlak haar kennis en ervaring mag meegeven. ‘Juíst op dat vlak. Want klinisch redeneren is heel belangrijk voor de zorg. En tegelijkertijd is er nog maar weinig aandacht voor in lesmateriaal.’

Wat klinisch redeneren precies is? ‘Een vaardigheid, een methode voor verzorgenden en verpleegkundigen. Het gaat om de stappen die je zet vanaf het moment dat je doorhebt dat iemand een zorgbehoefte heeft. Daarbij draait het niet alleen om de behoefte die een zorgvrager formuleert. Het kan ook je eigen “niet-pluisgevoel” zijn; een intuïtie die veel voorkomt onder verzorgenden en verpleegkundigen en vaak blijkt te kloppen, zelfs al voordat een gezondheidsprobleem zichtbaar is in vitale functies of metingen. De medische wereld neemt deze intuïtie tegenwoordig steeds serieuzer.’

Voldoende diversiteit

De stappen van klinisch redeneren variëren van ‘onderzoek doen’ tot ‘het gezondheidsprobleem omschrijven’ (zie kader). ‘Elke stap diep ik uit’, vertelt Hanneke. ‘In toegankelijke taal. En met heel veel praktijkvoorbeelden.’ Ze vindt dat iedereen zich moet kunnen herkennen in die casussen. ‘Of je nu vrouw of man bent, oud of jong, autochtoon of een inwoner met een migratieachtergrond. Dat vind ik sowieso belangrijk voor studiemateriaal; ook wanneer ik casussen update in andere ThiemeMeulenhoff-theorie, kijk ik altijd of er voldoende diversiteit in zit.’

Scholen kunnen Hannekes lesmateriaal over klinisch redeneren straks behandelen in jaar 1, 2, 3 óf 4. ‘Die keus ligt bij de docenten’, zegt ze. ‘Enerzijds is het handig als studenten al enige kennis hebben over ziektes. Aan deze kennis moeten ze namelijk hun onderzoeksgegevens koppelen om te ontdekken wat het gezondheidsprobleem is.’ Tegelijkertijd raadt ze aan om niet te laat aandacht te besteden aan klinisch redeneren. ‘Het duurt gemiddeld zeven jaar voordat je deze skill goed onder de knie hebt. Dus hoe eerder je de basis ervan meekrijgt, hoe beter – zelfs als je nog geen praktijkervaring hebt.’

Toekomstige beroep

‘Als je met een klinisch redenerende mindset de praktijk ingaat, versterk je die vaardigheid automatisch’, aldus Hanneke. ‘Je bouwt dan een persoonlijke bibliotheek van kennis en casussen op. Die bibliotheek pas je vervolgens weer toe bij volgende zorgvragers.’ Klinisch redeneren draagt zo bij aan het vermogen om zelfstandig te werken. ‘Dat past bij een trend in de zorg. Je bent als verpleegkundige en verzorgende steeds minder puur uitvoerend. Je wordt meer en meer geacht zelf na te denken, zelf te analyseren en zelf verantwoordelijkheid te nemen. Dus wil je studenten goed voorbereiden op hun toekomstige beroep? Dan is aandacht voor klinisch redeneren onmisbaar.’

Klinisch redeneren bestaat uit de volgende stappen:

  • Oriëntatie op de gezondheidssituatie

  • Klinische probleemstelling formuleren

  • Aanvullend onderzoek

  • Klinisch beleid bepalen

  • Klinisch verloop en evaluatie