Objectieve benadering van religies
Van horen zeggen is ontstaan vanuit de behoefte aan een objectieve benadering van de religies. Verschijnselen worden beschrijvend benaderd.
Relevantie voor dagelijks leven
Ieder hoofdstuk begint bij de leerling zelf met een ‘Om te beginnen’ opdracht. Deze opdracht koppelt de lesstof van de paragraaf aan de eigen ervaringen van de leerling. Vervolgens wordt uitgezoomd naar de omgeving van de leerling of de samenleving. Aan het einde van de paragraaf kijkt de leerling weer naar zichzelf met een ‘En nu jij’ opdracht. Hierbij maakt de leerling de verbinding van de lesstof met zijn eigen leven.
Differentiatie en variatie
De methode biedt verschillende mogelijkheden om te differentiëren, zowel naar niveau als naar interesse. Van horen zeggen biedt daarnaast veel variatie in werkvormen. Er zijn kennisvragen, meningsvragen, en samenwerkopdrachten. Ieder hoofdstuk sluit af met een grote groepsopdracht het geleerde wordt toegepast en wordt teruggekeken op het resultaat en het leerproces.
Altijd actueel
Bij sommige opdrachten verwijst een QR code naar extra materiaal, zoals websites en videofragmenten. Ook de in online leeromgeving (eDition) staan opdrachten waarin leerlingen naar geselecteerde websites gaan om opdrachten uit te voeren.
Flexibel in te zetten en te passen
Van horen zeggen heeft 6 thema’s van gemiddeld vijf lessen. De volgorde is niet dwingend. Er is voldoende ruimte om keuzes te maken. Dat kan door bepaalde thema’s wel of niet te doen of door de lestijd binnen een thema in te korten. voor gebruik van eigen materialen. De methode is daarnaast ook goed te combineren met de boeken en leskaternen over wereldreligies.