Home
Kennis en inspiratie
Mbo

'We hebben gekozen voor examen- én praktijkgerichtheid'

Interview

'We hebben gekozen voor examen- én praktijkgerichtheid'

“Met deze methode krijgen studenten niet alleen alle kennis en vaardigheden die nodig zijn voor centrale en instellingsexamens. Ze ervaren ook hoe ze met die kennis en vaardigheden beter hun beroep kunnen uitoefenen. Dat motiveert hen!”

Mbo-studenten zien vaak niet meteen het nut van generieke vakken als Nederlands. En daarin ligt volgens docente Monique van Polanen een grote kracht van DoorNederlands. “Met deze methode krijgen studenten niet alleen alle kennis en vaardigheden die nodig zijn voor centrale en instellingsexamens. Ze ervaren ook hoe ze met die kennis en vaardigheden beter hun beroep kunnen uitoefenen. Dat motiveert hen!”

De docenten op trainings- en opleidingsinstituut STOC gebruiken DoorNederlands nog niet heel lang. Een halfjaar nu. Waarom ze overstapten? “Ons oude lesmateriaal, dat we nog aan het uitfaseren zijn, is niet slecht. Het bevat veel kennis en vaardigheden. Maar wel meer dan voor het mbo nodig is. Ook vinden we het net wat te schools voor volwassenen, onze doelgroep. En het allerbelangrijkst: het materiaal maakt niet duidelijk wat de praktische relevantie van kennis en vaardigheden is; waarom die zinvol zijn op de werkvloer.”

Beter alternatief

STOC bereidt mbo-studenten voor op een beroep in Zorg, Wonen en Welzijn. Binnen de welzijnsopleidingen heeft Monique een heel scala aan verantwoordelijkheden. Zo is ze niet alleen docent Nederlands, Rekenen en Burgerschap, maar ook degene die docenten aanstuurt – zowel van de generieke als van de beroepsinhoudelijke vakken. Bovendien ontwikkelt zij zelf opleidingen, naast onderwijstrajecten-op-maat. Het was dan ook logisch dat juist zíj bij haar collega-docenten Nederlands feedback verzamelde over de methode die ze gebruikten. En dat zij vervolgens het voortouw nam om samen met hen een beter alternatief te kiezen.

Monique: “Dat werd dus DoorNederlands. Niet alleen omdat deze methode zowel examen- als praktijkgericht is, een veel minder schoolse toon heeft en de juiste kennis en vaardigheden aanbiedt voor mbo’ers. Maar ook vanwege de gebruiksvriendelijke online omgeving eDition en het feit dat studenten hier al bekend mee waren. Voordat ze DoorNederlands kregen, gebruikten ze namelijk al methodes van ThiemeMeulenhoff voor beroepsinhoudelijke vakken. STOC-studenten zijn doorgaans niet zo digivaardig. Het scheelt ze een boel tijd en energie als ze niet hoeven te wennen aan een nieuw digitaal systeem.”

Lichte wijzigingen

Docenten Nederlands hebben via eDition ook toegang tot materiaal van beroepsinhoudelijke vakken. “Daar kunnen ze inspiratie uit putten voor oefeningen”, zegt Monique. Bevat DoorNederlands dan geen kant-en-klaar-oefeningen? “Jawel – en die zijn prima. Ze gaan doorgaans ook over werksituaties. Maar ze gaan niet over de concrete beroepen waar we studenten voor opleiden. Dus zorgen we daar zelf voor. Door oefeningen licht te wijzigen vergroten we de herkenbaarheid voor studenten. En dat motiveert hen extra om met Nederlands aan de slag te gaan.”

STOC-docenten nemen DoorNederlands niet van begin tot eind met hun groepen door. “Misschien kan dat wel op roc’s, waar studenten een schooljaar lang meerdere uren Nederlands per week krijgen. Maar in onze reguliere opleidingen krijgen studenten slechts vijf keer een dagdeel Nederlands. Twintig uur in totaal. Dat betekent dat zij veel van de methode thuis moeten doornemen. En dat wij maar enkele onderdelen voor hen kunnen uitlichten.” Docenten, vertelt ze, selecteren daarom bepaalde hoofdstukken, halen hier wat onderwerpen uit, vullen die aan met concrete oefeningen, bepalen welke spellingsregels ze nog behandelen en stoppen het geheel in een lesbrief.

Belangrijk voordeel

“Mijn eerste lesbrief heeft bijvoorbeeld als doel dat studenten leren hoe ze het best een tekst kunnen schrijven”, vertelt Monique. “Eén die relevant is voor hun werkpraktijk. Voor studenten Kinderopvang kun je dan denken aan een nieuwsbrief voor ouders over het voedingsbeleid op een kinderdagverblijf.” Voordat studenten zo’n tekst gaan schrijven, geeft Monique altijd eerst aan waar ze in elk geval op moeten letten. “Bijvoorbeeld dat ze het onderwerp scherp hebben. Dat ze tussenkopjes gebruiken. En dat ze informatiebronnen op een heldere manier vermelden.” Studenten krijgen ook altijd de taak een schrijfplan te maken, al dan niet in groepjes. Pas daarna mogen ze individueel gaan schrijven. “De basis voor dat plan is in eDition als Word-document te downloaden. Heel handig!”

Sommige onderdelen van DoorNederlands lenen zich volgens Monique bij uitstek voor thuisleren. “Zoals ‘In de praktijk’. Hierin is het de bedoeling dat studenten taaloefeningen doen in het dagelijks leven.” Ook de zelftesten kunnen volgens Monique “heel gemakkelijk” thuis worden gedaan. “Die zien we echt als een belangrijk voordeel van deze methode. Studenten hebben tijdens hun leerproces grote behoefte om te kijken hoe ze ervoor staan, wat hun niveau is, hoever ze vooruit zijn gegaan. Ze vinden het fijn dat ze dit kunnen bepalen aan de hand van zelftesten. En als docenten vinden we het prettig dat wij het resultaat van die testen kunnen zien in eDition. Met die kennis kunnen we studenten nog gerichter begeleiden.”

Meer filmpjes

Monique en haar collega’s zijn kortom vol lof over eDition. “Ook over het feit dat studenten naast een online opdracht meteen naar de bijbehorende theorie kunnen klikken.” Toch ziet ze wel verbeterpunten. “Die theorie is bijvoorbeeld vrij summier. Neem deze uitleg: ‘Een hoofdgedachte is de belangrijkste uitspraak die de schrijver of spreker over een onderwerp doet.’ Voor mijn studenten is dat echt te mager. Die hebben op z’n minst verhelderende voorbeelden nodig.” Ze weet het: de meeste mbo’ers zijn geen lezers; te veel tekst werkt vaak averechts. “Maar gebruik dan filmpjes om theorie uit te leggen! Ondersteunende video’s zouden een waardevolle toevoeging zijn. Dan zou DoorNederlands nog fijner worden om mee te werken!”

Monique van Polanen was jarenlang basisschoolleerkracht, maar stapte in 2008 over naar mbo-opleidingen voor volwassenen. Werkte eerst voor NTI, daarna voor VAPRO en STOC, twee entiteiten van de VAPRO Groep. Is binnen de STOC-welzijnsopleidingen sinds 2013 docente Nederlands, Rekenen en Burgerschap. Stuurt er ook collega-docenten aan, voor zowel de vakinhoudelijke als generieke vakken. Creëert daarnaast als gediplomeerd onderwijskundige zelf STOC-opleidingen en -maatwerktrajecten. Optimaliseert bovendien de band en het contact tussen STOC, studenten en organisaties in het werkveld.