DoorNederlands binnen nieuw onderwijs
‘Deze methode stimuleert zelfstandig leren’
Wat is hét moment om een nieuwe manier van lesgeven te starten? ‘Voor ons was dat begin dit schooljaar, toen de opleidingen Maatschappelijke Zorg en Sociaal Werk samengevoegd werden’, zegt Merel Nelemans. Zij is onderwijskundige op het Welzijn College, onderdeel van ROC Midden Nederland. Samen met docente Nederlands Esra Pennings vertelt ze over het nieuwe onderwijs, inclusief de inzet van de methode DoorNederlands van ThiemeMeulenhoff. ‘Studenten zijn enthousiast.’
De vernieuwing
De geïntegreerde opleiding Maatschappelijke Zorg en Sociaal Werk werkt sinds september 2020 met ‘High Impact Learning that Lasts’. Oftewel: met het HILL-model van de Belgische onderwijsexpert Filip Dochy. Merel, verantwoordelijk voor de implementatie van dit model, vertelt wat er zoal veranderd is. ‘We toetsen bijvoorbeeld niet meer om studenten af te rekenen op hun prestaties, maar alleen nog als assessment, dus om te zien welke kennis, vaardigheden en begeleiding iemand nodig heeft. Die bieden we dan zoveel mogelijk op maat aan, zodat de student zichzelf gerichter kan verbeteren.’
Deze verbetering kan te maken hebben met beroepskennis en -vaardigheden. Maar ook met algemene vaardigheden. ‘Daar hebben we het vak Studieondersteuning voor’, vertelt Merel. ‘Hoe maak je bijvoorbeeld een verslag? Hoe houd je een presentatie? En hoe leer je zelfstandig keuzes te maken in je leerproces?’ Dat laatste is een belangrijke bouwsteen binnen de HILL-visie. Net als ‘flexibilisering’, wat tegelijkertijd ook één van de drie hoofdambities is van ROC Midden Nederland – naast ‘een leven lang ontwikkelen’ en ‘passend onderwijzen’.
Keuzevrijheid
Wat flexibiliseren precies inhoudt? ‘Dat we organisaties de mogelijkheid bieden een eigen opleidingstraject te creëren’, zegt Merel. ‘Zo’n organisatie kan nu voor haar medewerkers een “bijscholingstraject op maat” maken: een eigen selectie uit onze beroepsthema’s.’ Ook het reguliere lesrooster van de geïntegreerde opleiding is flexibeler geworden. ‘Studenten hebben meer ruimte om zelf te bepalen wanneer zij vakken volgen en hoe vaak. Willen ze niet één maar twee keer per week Nederlands of Rekenen? Prima! En willen ze eens op een andere dag, op een ander niveau of van een andere docent leskrijgen? Dat kan hier.’
‘Dit schooljaar geldt de HILL-aanpak alleen nog voor het eerste jaar’, vertelt Merel. ‘Maar vanaf volgend jaar voor alle vier de jaren. Dan kunnen studenten ook versneld door de opleiding. Als je laat zien dat je de vereiste kennis en vaardigheden al beheerst, kun je eerder naar de eindopdracht.’
Samenhang
De flexibiliteit van de opleiding leidt niet tot een gebrek aan structuur. Zo hebben studenten ’s ochtends steevast een ‘beroepsthemales’. Daarin staat dan bijvoorbeeld het thema ‘ondersteunen bij activiteiten’ centraal, waar weer diverse lestaken en leeruitkomsten bij horen. Docenten van andere vakken sluiten vervolgens zoveel mogelijk aan bij dit beroepsthema. ‘We willen dat studenten samenhang ervaren’, zegt docente Esra. ‘Daarvoor overleggen we meer dan ooit. Zo brengen we eenheid in ons aanbod, monitoren we studenten en maken we onze lessen telkens beter.’
Elke periode telt twee beroepsthema’s. De behandeling van zo’n beroepsthema start altijd met een casus uit de praktijk en eindigt met een eindopdracht. ‘Die opdracht vereist kennis en vaardigheden uit alle vakken’, zegt Esra. ‘Er is geen tentamen per vak meer. We pakken het echt integraal aan, met de beoordelingscriteria van alle vakken in één eindopdracht.’
De methode
Esra: ‘Ik was in de ontwikkeling van de geïntegreerde opleiding verantwoordelijk voor het vak Nederlands. Ik zorgde, met andere woorden, dat we bij het samenstellen van het onderwijsprogramma goed keken welke taalvaardigheden belangrijk waren in de beroepsthema’s en hoe we daar vanuit Nederlands op aan konden sluiten. Moeten studenten voor een bepaalde beroepstaak bijvoorbeeld veel lange teksten lezen? Dan oefenen ze die vaardigheid in hun lessen Nederlands.’
Esra heeft in haar lessen veel aan DoorNederlands, zegt ze. ‘Eén van de weinige methodes die speciaal voor het mbo-Nederlands is gemaakt, met onderwerpen die uitstekend aansluiten bij mbo-studenten en hun toekomstige beroepsleven. De skill “lange teksten lezen” valt bijvoorbeeld binnen het onderwerp “Een leven lang leren”. En laatst werkten we met het onderwerp “Instructies en procedures”. Het geven van instructies en volgen van procedures komt in elk beroep terug – zeker ook in sociaal werk en maatschappelijke zorg.’
Motivatie
De oefenteksten in DoorNederlands sluiten volgens Esra aan bij de belevingswereld van studenten. ‘Ze gaan altijd over hun latere beroeps- of huidige studentenleven. Dat motiveert veel meer dan artikelen over andere onderwerpen. Eén tekst heet bijvoorbeeld “Mbo’ers willen als studenten beschouwd worden en niet als leerlingen. Maakt het daadwerkelijk verschil?”. Daar willen ze best iets over lezen.’ Ook qua leerproces past DoorNederlands bij studenten. ‘Elk thema gaat gepaard met een zelftest. Studenten blijken het heel fijn te vinden om te kunnen meten waar ze staan – achteraf, tussendoor of zelfs vooraf, als nulmeting.’ Bij het maken van digitale opdrachten krijgen zij bovendien direct te zien welke theorie ze nodig hebben voor het juiste antwoord. ‘Indien nodig, kunnen ze die theorie met één klik openen en lezen voordat ze de opdracht maken.’
Vocabulaire
Esra: ‘Studenten zijn verder erg enthousiast over de directe feedback van de DoorNederlands-software op hun opdrachten. Ze hoeven niet te wachten tot hun docent de boel heeft nagekeken. Dat scheelt iedereen tijd. En net als de zelfmeting stimuleert deze functie het zelfstandige werken dat in ons HILL-onderwijs centraal staat.’ Persoonlijk is Esra ook blij met de aandacht van DoorNederlands voor woordenschat. ‘Dat studenten bijvoorbeeld leren wat “competentie” betekent. Het is belangrijk essentiële beroepstaalwoorden te leren. Lang niet iedereen heeft die in zijn vocabulaire.’ Al met al is de docente kortom tevreden. Maar dat betekent niet dat ze alles van DoorNederlands kan gebruiken of niet zelf aanvullingen doet. ‘Voor onderwijs op afstand blijken duo-opdrachten bijvoorbeeld niet zo goed te werken. En BBL-studenten vinden die sowieso vaak te schools.’
Toekomst
Esra weet dat Thieme-lesmethodes geregeld updates krijgen. Heeft zij verbeterpunten voor DoorNederlands? ‘Meer aandacht voor het ontwikkelen van inlevingsvermogen, wellicht; dat is belangrijk voor veel beroepen. Als docenten Nederlands voor Sociaal Werk zetten we daar nu zelfgekozen romanfragmenten voor in. “Lees deze vijftien pagina’s over iemand met eetproblemen”, zeggen we dan bijvoorbeeld. “Hoe zou jij zo’n cliënt begeleiden?”’ Voor gepersonaliseerd onderwijs zou ze daarnaast graag in één oogopslag zien hoe haar studenten al hun online opdrachten gemaakt hebben. ‘Nu zie ik alleen wat ze bij mijn lessen gedaan hebben; hun resultaten bij andere docenten Nederlands zijn voor mij afgesloten. Hopelijk vindt Thieme daar binnenkort een oplossing voor!’
Merel Nelemans deed na haar lerarenopleiding Omgangskunde een pre-master en master Onderwijswetenschappen. Ze werkt sinds 2009 op het Welzijn College van ROC Midden Nederland, maar geeft sinds de zomer van 2021 geen les meer. Ze is er op dit moment fulltime Project- en Implementatieleider Flexibilisering Onderwijs.
Esra Pennings werkt sinds 2015 als docente Nederlands op het Welzijn College voor de opleiding Maatschappelijke Zorg, die in 2020 werd samengevoegd met de opleiding Sociaal Werk. Ze maakte deel uit van de groep die deze geïntegreerde opleiding ontwikkelde en was in het bijzonder verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het programma Nederlands.