“We hebben goed geluisterd naar docenten, studenten en werkgevers”

“Voor elke casus de juiste wetten vinden. En deze slim toepassen. Dat en meer willen we studenten bijbrengen met InBusiness, onze methode voor de opleiding Legal, Insurance & HR Services Specialist.” Aan het woord is Renate Verstraaten, co-auteur en mede-eindredacteur van dit materiaal. Waar heeft zij vooral op gelet tijdens het maken van InBusiness? En heeft ze tips voor gebruikers?

“Ik wilde zelf aan het roer staan. Dus veranderde ik in 2014 van koers en werd ik zzp’er. Eerst als advocaat en inmiddels als zelfstandig jurist – met ervaring in de advocatuur. Nu ik een eigen bedrijf heb, voel ik meer ruimte voor juridische opdrachten die misschien niet altijd even lucratief zijn, maar wel ontzettend leuk en maatschappelijk waardevol. Of voor interessante nevenactiviteiten. Zo heb ik twee dagen per week lesgegeven aan het mbo volwassenenonderwijs. En werk ik mee aan de methode InBusiness van ThiemeMeulenhoff. Onlangs bijvoorbeeld aan de boeken ‘Basiskennis recht’, ‘Staats- en bestuursrecht’, ‘Belasting- en verzekeringsrecht’ en ‘Sociaal zekerheidsrecht’.”

“Ik heb de opdrachten geschreven in ‘Basiskennis recht’ en de theorie in ‘Staats- en bestuursrecht’, maar ben vooral één van de eindredacteuren van InBusiness. Als eindredacteur schrijf je niet zelf: dat doen de auteurs. Ook corrigeer je geen teksten: dat doet de taalredacteur. Wat je wél doet? Vooral met een brede blik naar de boeken en het online materiaal kijken. Dus checken of alles erin staat wat erin móét staan. Of alle toetstermen zijn verwerkt. Of de inhoud juridisch klopt. Of er voor elk kernonderwerp voldoende opdrachten zijn. Of de teksten in een logische volgorde staan. Of ze aansluiten op het niveau en de belevingswereld van mbo-studenten. En of we voldoende praktijkvoorbeelden geven.

ThiemeMeulenhoff wil dat InBusiness een inhoudelijk sterke, motiverende én toegankelijke methode is. Daar mikken we op, als team van auteurs, eindredacteuren en taalredacteuren. Dat we allemaal verschillende professionele achtergronden hebben, zowel in het mbo als in de juridische wereld, helpt. We staan open voor elkaars feedback en expertise. En door met elkaar te sparren, verdiepen we niet alleen onze eigen kennis, maar weten we het materiaal ook naar een hoger niveau te tillen. Onze diversiteit en samenwerking zijn een belangrijke kracht achter InBusiness.”

Ook flexibiliteit is een wens waar we zoveel mogelijk op inspelen. Docenten hebben met ons materiaal de vrijheid om onderwijscontent in een zelfgekozen volgorde aan te bieden, passend bij het eigen curriculum of bij de behoefte en snelheid van individuele studenten. We geven wel aan wat volgens ons de ideale volgorde is, maar zijn daarin niet dwingend. Sterker nog: we hebben er zoveel mogelijk voor gezorgd dat je niet per se het ene boek gelezen moet hebben om het andere te kunnen begrijpen. Is er informatie uit dat ene boek nodig? Dan vatten we die kort voor je samen in het andere.”

“Docenten en studenten willen verder graag praktijkgericht lesmateriaal. Daarom hebben we veel praktijkvoorbeelden en -opdrachten toegevoegd. In die opdrachten gaan studenten bijvoorbeeld aan de slag met de wettenbundel – binnen een realistisch scenario. Want studenten hoeven echt niet elke wet uit hun hoofd te kennen. Ze moeten vooral weten hoe ze in die bundel snel de wetsartikelen kunnen vinden die ze nodig hebben voor een specifieke casus. Het is superbelangrijk dat studenten deze vaardigheid aanleren. Als er één skill is die ze veel zullen gebruiken in hun loopbaan, dan is het die wel.

Ik heb ook veel met werkgevers gesproken. “Wat zoeken jullie in stagiairs of nieuwe medewerkers?”, vroeg ik hun. “En wat missen jullie in wat ze weten of kunnen?” Daaruit bleek dat studenten vaak veel theoretisch-juridische kennis hebben, conform de opleidingseisen, maar te weinig praktische vaardigheden. Van het verzorgen van klantgericht contact per mail of telefoon tot het invullen van formulieren – bijvoorbeeld om een beroep te doen op verzekeringen of om een plan van aanpak te maken bij ziekte van medewerkers. Dus laten we dit soort administratieve taken nu ook terugkomen in de methode.”

“Voor InBusiness laten we ons inspireren door het didactische 4C/ID-model en de twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Dit betekent bijvoorbeeld dat we onze opdrachten steeds moeilijker maken. We beginnen elk hoofdstuk met oriëntatievragen, zodat studenten ontdekken wat ze al weten van een onderwerp. We vervolgen met eenvoudige juist/onjuist-opdrachten, zodat ze snel zien wat ze begrijpen van de theorie. Daarna komen we met verwerkingsvragen, gesorteerd per paragraaf. En we besluiten met een praktijkopdracht. Daarnaast geven we module-overkoepelende eindopdrachten.

In de praktijk- en eindopdrachten moeten ze verschillende theorie-onderdelen toepassen in een casus. Daarbij gebruiken we realistische voorbeelden die tot hun verbeelding spreken, bijvoorbeeld de stage-ervaringen van andere studenten bij het UWV, het Juridisch Loket of de griffie van de rechtbank. Dat spreekt meer tot hun verbeelding en vergroot zo de impact van ons lesmateriaal.

“Onze didactische insteek betekent ook dat we met strategieën werken als ‘activerend leren’ en ‘formatieve evaluatie’. En dat we studenten aanmoedigen om kritisch te denken, te analyseren en te reflecteren op wat ze leren. We willen hun meegeven dat er niet altijd een eenduidig antwoord is op een juridische vraag. Sterker nog: vaak vind je in de omstandigheden van je casus en in je wettenbundel mogelijkheden om verschíllende posities te onderbouwen. De kunst is om de wetsartikelen te vinden die passen bij het belang dat je dient, om zo de winnende argumentatie vorm te geven. InBusiness helpt studenten om zich deze kunst eigen te maken – voor een vliegende start van hun loopbaan.”